22 januari: Oosters-orthodoxe vesper

In de januari-vesper staan delen uit het ‘Requiem Voor Gevallen Broeders’ centraal. Aleksandr Kastalski schreef dit requiem in de Eerste Wereldoorlog, als een krachtig muzikaal weerwoord op de gruwelijkheden van (die) oorlog. Het roept op tot verbondenheid van alle vredelievende mensen. De oorlog in Oekraïne maakt dit stuk weer verbijsterend actueel. Daarnaast zingen we Priidite en Magnificat 37 van Rachmaninov, en werken van Stetsenko, Chesnokov en Kedrov. Gastdirigent is Leenke de Lege, Slavist, musicus en koordirigent.

Zondag 22 januari, 17.00 uur. Janskerk, Utrecht. Meer over de actie ‘Help Vitaly helpen‘ leest u hier.

Inleiding: een Oosters-orthodoxe vesper

Eens per jaar, in januari, volgen we niet de Anglicaanse traditie van de Choral Evensongs. In plaats daarvan kiezen we voor sacrale muziek uit de Oosters-orthodoxe traditie. Zoals van Rachmaninov, Chesnokov en Stetsenko. Daarnaast klinkt in deze vesper muziek van Oekraïense bodem. Maar bovenal staan delen uit het Requiem voor Gevallen Broeders van Aleksandr Kastalski centraal.

Niet zomaar gekozen

De keuze voor Kastalski is niet zomaar. Ook is bewust gekozen voor een ‘Oosters-orthodoxe vesper’, en niet, zoals in vorige jaren, een Russische vesper. U zult begrijpen waarom: we willen associaties vermijden met het Rusland dat een verschrikkelijke oorlog voert tegen Oekraïne. Waarbij aan beide zijden veel slachtoffers te betreuren zijn en waarvan we niet weten hoe die zich verder zal ontwikkelen.

Vanouds kent Rusland een rijke muziektraditie. Met sacrale muziek die

vooral gericht is op aanbidding van het heilige mysterie. En met componisten die soms juist in verband met oorlogsomstandigheden muziek zijn gaan schrijven. Dat geldt ook voor de componist Kastalski, van wie we een aantal werken zingen. Muzikaal leider is Leenke de Lege, koordirigent en Slavist, en kenner van het oosters liturgisch repertoire, in het bijzonder van Kastalski.

Kastalski en de Nieuwe Richting

Aleksandr Kastalski (1856-1926) wordt beschouwd als de grondlegger van de ‘Nieuwe Russische Richting’, een nieuwe componeerschool binnen de Russische koormuziek. Want als eerste slaagde hij erin om melodieën van oude Russische geestelijke gezangen en elementen van inheemse volksmuziek overtuigend in zijn composities te verwerken. Terwijl in de eeuwen vóór Kastalski de – op zichzelf prachtige – muziek van Russische componisten grotendeels was gebaseerd op westerse componeerstijlen.

Door zijn baanbrekende werk vormt hij ook een grote inspiratie voor andere componisten. Zo adviseerde hij Rachmaninov onder meer bij het componeren van diens Vespers opus 37; daarvan zingen wij onder meer het Magnificat (Velítsjit doesjá mojá Góspoda). Van Kastalski zelf zingen wij het Nunc dimittis (Nyne otpoesjtsjajesji) en delen uit zijn Requiem (Kyrie, Alleloeia, Drievoudige litanie, Hosanna) en als anthem Miloserdija dveri.

Het ‘Requiem voor gevallen broeders’

Als in 1914 de Eerste Wereldoorlog uitbreekt, is Aleksandr Kastalski op het hoogtepunt van zijn componeermogelijkheden. Met zijn 58 jaar is hij niet meer in staat om in het leger mee te vechten tegen het toenmalige Duitsland. Daarom besluit hij om de geallieerden te ondersteunen met een grootse compositie. Het wordt een herdenkingsstuk waarin de gesneuvelden centraal staan: het Requiem voor gevallen broeders.

Zijn drijfveer bij dit muziekstuk is niet alleen historische juistheid. Er is vooral de sterke drang om eer te betonen aan de soldaten, ongeacht hun afkomst of religie. Met dit stuk wil Kastalski één grote eenheid van geallieerde volkeren smeden, als een krachtig muzikaal weerwoord op de gruwelijkheden van die oorlog. Zo is zijn Requiem meer dan een oorlogstragedie. Het roept ook op tot een sterke internationale verbondenheid van álle vredelievende mensen.

Kastalski wilde nadrukkelijk dat zijn ‘Broederlijke Herinnering’, zoals het requiem ook wel genoemd wordt, niet alleen de gestorvenen zou begeleiden op hun laatste reis, maar ook de achterblijvers zou ‘verbroederen’. De oproep tot samenleven in vrede willen we ook vanmiddag laten doorklinken.

Teuni Trouwborst

Gastdirigent Leenke de Lege

Leenke is Slavist, koordirigent en professioneel zanger. Ze studeerde Slavische Taalkunde te Leiden en daarna studeerde ze enkele jaren klassiek zang. Als professioneel zangeres zong zij onder meer bij Cappella msterdam, Kamerkoor Nieuwe Muziek en Collegium Vocale Gent.

Al in haar tienerjaren raakte Leenke geïnteresseerd in de koordirectie. Maar pas in 2017 besloot ze daar haar hoofdvak van te maken. Momenteel is Leenke dirigent van het Amersfoortse kamerkoor Amer Consort, het Nijmeegs Studentenkoor Alphons Diepenbrock, en vocaal ensemble Capella Culemborg. Ze is repetitor bij Het Andere Koor in Wageningen en artistiek leider van de stichting Musica Choralis. Met deze stichting bereidt zij nu de Nederlandse première van de ‘Stille week’ van Maximilian Steinberg voor, een van de laatste grote religieuze Russische koorwerken die zijn gepubliceerd voordat Stalin en de zijnen het schrijven van geestelijke muziek onmogelijk maakten.

In juni 2022 klonk het complete Requiem van Kastalski in de Utrechtse Nicolaïkerk. Het is door Leenke in Nederland in première gebracht in een concert ter gelegenheid van haar afstudeerproject. Daarmee is zij geslaagd voor haar masters-examen koordirectie. En hiervoor oogstte zij op grote schaal veel waardering, zowel vanuit de zangers van haar projectkoor als vanuit het publiek. In het projectkoor zongen ook enkele koorleden van Schola Davidica mee. Vandaag zingen diverse zangers uit dit projectkoor met ons mee, een mooie wisselwerking.

Bassolist Bram Trouwborst

Na een propedeuse Geschiedenis studeerde Bram Ruslandkunde aan de Universiteit Leiden. Pas op zijn dertigste begon hij met zingen en enige jaren later startte hij een muziekstudie aan het Fontys Conservatorium in Tilburg. Na twee jaar verruilde hij Tilburg voor Basel, waar hij is toegelaten de ‘Master in Advanced Vocal Ensemble Studies’ aan de Schola Cantorum Basiliensis. Deze Master rondde hij in 2015 af ‘met distinctie’.

Nu werkt hij als professionele koor- en ensemblezanger en als solist. Zijn specialisatie in Oude Muziek krijgt uiting bij Cappella Pratensis. Maar zijn belangstelling ligt breder. Zijn interesse in hedendaagse muziek wordt nderhouden bij verschillende koren, zoals het Helsinki Chamber Choir. Toch heeft het Russische repertoire zijn voorliefde; zo werkte ook hij in 2022 mee aan de bijzondere première van het requiem van Kastalski.