Magnifieke sacrale mystiek
In januari verandert de Janskerk van een ingetogen Gotisch kerkgebouw in een mystieke Russische kathedraal. Dan zingt de Schola Davidica haar jaarlijkse Russische Vesper.
Tussen de liturgie van de Oosterse/Russische kerken en de westerse kerken is een groot verschil. Ligt in het westen de nadruk op de menselijke kant van Jezus, de lijdende, de medelevende Heer en de opdracht voor de mens om goed te doen en te zorgen voor de schepping, in het oosten draait het in de eredienst vooral om de aanbidding van het goddelijke mysterie. En daarbij worden alle personen en wezens betrokken die daar maar mee te maken hebben: God, Jezus en de Heilige Geest, maar ook Maria, cherubijnen, (aarts-)engelen en profeten. In de vaste liturgie komen ook heel vaak dezelfde teksten langs en sluit men delen steeds weer af met lofprijzende woorden. Het Alliluya is dan ook niet van de lucht.
In de Russische vesper van de Schola Davidica op 26 januari zingt het koor werken van beroemde Russische componisten als Tchaikovski, Rachmaninov en Chesnokov, maar ook van bij ons minder bekenden als Kyrill Stetsenko, Aleksander Gretchaninov en Dmitri Bortnianski.
De productieve componist, dirigent, leraar en priester Kyrill Grigorovich Stetsenko (1882-1922) werd als achtste van elf kinderen geboren in Kvikiv, in het huidige Oekraïne. Zijn vader schilderde kerken en zijn moeder was de dochter van een priester in die plaats (De oosterse kerk kent geen verplicht celibaat voor priesters en dekens), dus de kerk was voor hem een vertrouwde plaats. Toen hij 10 oud jaar was, nam zijn oom hem mee naar Kiev naar de school van de Heilige Sofia. Alleen in de zomervakantie mocht hij naar huis, waar hij hard moest werken zodat zijn moeder nieuwe kleren voor hem kon kopen. Op school leerde hij zingen en na drie jaar leidde hij al een muziekgroep. Hij leerde harmonium en piano spelen en schreef al op 13-jarige leeftijd zijn eerste compositie. Toen hij 15 jaar was, ging hij naar de Theologische Academie en Seminarie van Kiev en daar schreef hij zijn meeste koorwerken, waaronder het Blagoslovi dushe moja (ps. 103) dat in deze vesper wordt gezongen. Na zijn studie koos hij er voor om geen priester, maar componist, kerkmusicus en leraar te worden. in 1911 schreef hij een koorbewerking van het Oekraïens nationaal volkslied, zonder Russische toestemming. De drukker nam de volledige schuld op zich en werd ter dood veroordeeld, en Stetsenko werd verbannen uit Kiev. Op verzoek van zijn oom nam hij een betrekking aan als priester in een uithoek van het land. Na de revolutie werd Oekraïne onafhankelijk en leidde Stetsenko één van de twee nationale koren en gaf leiding aan het ministerie van onderwijs. Toen de Bolsjewieken de macht weer overnamen werd Stetsenko ontslagen en nam hij weer een baan aan als priester in Zuid-Oekraïne. Door hongersnood en de typhus overleed hij daar in 1922 op 39-jarige leeftijd.
Ook Pavel Chesnokov (1877-1944) had last van het communistische regime en mocht na de revolutie in 1917 geen kerkmuziek meer publiceren. Hij vroeg de naar de Verenigde Staten vertrokken Rachmaninov nog om hulp en uiteindelijk mochten zijn boeken gepubliceerd worden, maar wel met een kritisch voorwoord van de communistische autoriteiten. Het koorgebed Svete tikhi (O Liefelijk licht), Blazhen mush (psalm 1, met een prachtige solo van bas
Bram Trouwborst) en het Nyne otpoeshchajesi (Nunc dimittis) zijn van zijn hand.
Van de grote Sergej Rachmaninov klinkt Bogoroditse devo (het ‘Ave Maria’) en de grote gebedslitanie, Van de niet minder grote Pjotr Iljitsj Tchaikovski Cheruvimskaya Pesn (De Cherubijnenzang) en Otche nash (Onze Vader).
Het belooft weer een mooie, mystieke vesper te worden, deze jaarlijkse Russische Vesper van de Schola Davidica. Kom ook en laaf u aan de wonderschone klanken van de Russische kerkmuziek.
Het koor staat dit keer onder leiding van Leenke de Lege, medewerking wordt verleend door de bas Bram Trouwborst.
Toegang is gratis. Er is een collecte bij de uitgang.
Aanvang is 17.00 uur, de kerk gaat open om 16.30 uur.