Vreugde vóór de vastentijd
Het weekend voor het begin van de 40-dagentijd of vastentijd mogen de mensen nog even helemaal ‘los gaan’. Een paar dagen van ongeregelde of ‘ontregelende’ activiteiten, waarin men feest viert en plezier voorop staat, voordat op Aswoensdag de tijd van bezinning en soberheid aanbreekt als voorbereiding op Pasen. In de kerk hoeven we ons niet meteen aan bandeloosheid over te geven, maar we mogen dit weekend wel vol vreugde het leven vieren.
In de Choral Evensong van 23 februari zingt de Schola Davidica ‘I was glad’ van sir Hubert Parry. Onder anderen Henry Purcell, William Boyce en Thomas Attwood schreven daar ook al bewerkingen van, want sinds de kroning van Charles I in 1625 is dit de standaard anthem bij de binnenkomst van de vorst in de kroningsceremonie. Maar de allerbekendste en –beroemdste is deze versie van Parry. Hij heeft er twee kroningen over gedaan om het werk zo te maken als hij wilde. In 1902 bij Edward VII was het werk nog wat ingetogen. De dirigent misrekende zich in de timing en de anthem was al beëindigd voordat de koning binnenkwam. Gelukkig redde de organist de situatie door een improvisatie over de anthem te spelen, waarna bij de werkelijke binnenkomst van de koning de anthem werd herhaald. Voor zijn bewerking bij de kroning van George V elf jaar later in 1911 pakte Parry nog eens flink uit, schreef er het beroemde intro bij en gebruikte meerkorigheid en een grote koper-begeleiding. In deze bewerking beeldt de muziek precies uit wat de tekst zegt. Vanaf het allereerste begin bruist de muziek van de energie en als het koor de eerste zin uitroept: ‘I was glad when they said unto me’ lopen de rillingen over de ruggen van de aanwezigen, al horen ze het stuk voor de honderdste keer.
De vreugde in deze Evensong blijkt ook uit de Jamaican Canticles van Bryan Kelly (1934). De Zuid-Amerikaanse klanken en het bijzondere Caraïbische dansritme (1-2-3, 1-2-3, 1-2) in het Magnificat worden zowel door het orgel als het koor gespeeld en gezongen, waardoor het geheel een enorm stuwend karakter krijgt en de jubelende tekst van het Maria enorm wordt versterkt. Dit dansante ritme komt voor in het begin en in het Gloria waarmee beide Canticles worden afgesloten. Zelfs in het ingetogen en serene Nunc dimittis blijft dit tegenritme een rol spelen.
Bryan Kelly schreef dit werk eerst voor ‘trebles’ van David Hill en zijn Winchester Cathedral, want in de praktijk van de dagelijkse evensongs in kathedralen zijn de andere stemmen soms niet aanwezig, maar in deze Evensong zingt het koor de 4-stemmige versie die hij later maakte.
Ook het koorgebed getuigt van vreugde in ‘Rejoice in the Lord alway’ van een anonieme componist.
Met de Responses van Martin Neary en de lofpsalmen 146 en 150 van Gert Oost en Charles V. Stanford belooft dit een feestelijke Choral Evensong te worden.
Kom ook en laat je meeslepen door de vreugdevolle liederen en klanken op zondag 23 februari om 17.00 uur in de Utrechtse Janskerk.
Het koor staat onder leiding van Daniel Rouwkema, Jan Hage bespeelt het orgel.
Aanvang is 17.00 uur, de deuren gaan open om 16.30 uur.
Toegang is gratis, er is een collecte bij de uitgang.