Engelse koormuziek
De muziek die de Schola Davidica zingt is vooral gebaseerd op de Engelse Evensongs en bestaat voor een groot deel uit Engelse koormuziek.
Vanuit haar oorsprong zingt de Schola Davidica elke Evensong psalmen. Soms op de Engelse manier ‘gechant’ of op een eenstemmige kloostertoon, maar vaak ook op haar eigen unieke manier: eerst wordt een couplet gezongen op een door Gert Oost geschreven zetting van de berijmde psalm op de Geneefse melodie, en daarna de onberijmde tekst, gezongen op een speciaal door Gert Oost daarbij gecomponeerde chant die hetzelfde karakter heeft als de Geneefse melodie. Als afsluiting zingt het koor dan met de gemeente samen nog een couplet van de psalm op de bekende Geneefse melodie.
Iedere Evensong klinken ook de Bijbelse hymnen ‘Magnificat’ (de Lofzang van Maria) en ‘Nunc dimittis’ (Lofzang van Simeon). In de afgelopen eeuwen tot op vandaag zijn daar zoveel prachtige zettingen van gemaakt dat de Schola bijna elke Evensong weer een andere zetting van deze twee stukken kan zingen.
Typisch Engels is ook dat de gebeden worden gezongen. Het vaste avondgebed uit de Book of Common Prayer, de Preces and Responses, is eveneens door vele Engelse componisten op muziek gezet en klinkt bijna elke maand weer opnieuw in afwisselende zetting.
Essentieel voor de Choral Evensong is dat ook de gemeente actief is betrokken bij de viering. Daarom zijn er altijd minimaal twee hymns of liederen die de aanwezigen mee kunnen zingen.
Gert Oost
Regelmatig schreef de ‘huiscomponist’ van de Schola Davidica Gert Oost stukken voor het koor. Naast alle 150 psalmen op chant en Geneefse zettingen (voor het eerst sinds Sweelinck), schreef hij al voor het koor onder andere Responses, zettingen van Magnificat en Nunc dimittis en koorgebeden en zettingen op vele gezangen. Bovendien een koor-opera over Job en een stuk voor Allerzielen.
In de repertoire-commissie bereiden we de muziek en de lezingen voor voor het komende jaar. De repertoircommissie bestaat uit: dirigent Daniel Rouwkema, Teuni Trouwborst, Mieke van Andel, Douwe Elderhuis en Jaap Boeschoten.