In 1983 is Gert Oost samen met Pieter Oussoren begonnen aan een reeks van maandelijkse vespers die tot vandaag de dag wordt volgehouden in vorm van de Choral Evensongs van de Schola Davidica in de Janskerk. Pieter Oussoren hertaalde psalmen in zijn onnavolgbare ‘NederHebreeuws’ en Gert Oost schreef er een initium-melodie een meerstemmige zetting van de Geneefse melodie en een meerstemmige reciteermelodie bij. Begonnen met een klein groepje mensen van kamerkoor Musica Vocalis, ontstond door het zingen van deze maandelijkse vespers de Schola Davidica. Gert is altijd een onvermoeibare motor geweest achter deze Vespers, die later meer de vorm kregen van een Engelse Evensong. Maar het werd een Evensong op eigen manier vormgegeven, een echte ‘Utrechtse Evensong’ zoals de laatste CD van de Schola Davidica ook heet. Het was een enorm werk, maar na jaren waren alle psalmen op deze manier getoonzet en konden Gert en Pieter het Nieuw Utrechts Psalter uitgeven: alle 150 psalmen opnieuw polyfoon getoonzet in laat-renaissancestijl, iets wat voor hem b.v. Sweelinck ook had gedaan. Gert heeft vanaf het begin het orgel bespeeld tijdens deze Evensongs en het koor en samenzang begeleid. Daarnaast heeft hij in de loop van de jaren voor ‘zijn’ Schola Davidica een heel aantal koorwerken geschreven die pasten in de vorm van de Evensong: De vaste gebeden ‘Preces’ en ‘Responses’ heeft hij wel vijf keer op verschillende wijze getoonzet, door de Schola aangeduid als ‘Oost I’, ‘Oost II’ enzovoort. Daarnaast schreef hij een flink aantal “Mag’s en Nunc’s”, elk met hun eigen muzikale idioom (een korte, een feestelijke, een Latijns-Amerikaanse).
Behalve dat hij een begenadigd en creatief componist was, hield Gert zich ook bezig met de inhoud van liederen en koorwerken. Eigenlijk ontwikkelde hij zo een eigen theologie, een omgang met levensvragen, met oude Bijbelteksten en met God en zocht hij woorden die pasten bij een moderne manier van omgaan met geloven. Hieruit vloeiden koorwerken voort waarvoor hij zelf de teksten schreef of hij zocht teksten en gedichten die dicht stonden bij de manier waarop hij het leven ervoer. Het muziekstuk ‘A Rose of Crystal’, dat gezongen werd tijdens de afscheidsbijeenkomst voorafgaand aan de begrafenis van Gert, is zo een koorwerk waar hij het hart van zijn geloof in uitdrukte. En dat waren vaak niet woorden van vaststaande geloofszekerheid, maar een nieuwe, meer poëtische benadering van de zin van het leven, waar ook ruimte is voor twijfel en onzekerheid.
Soms componeerde Gert werken die de vorm van de Evensong ruim overstegen. Zo schreef Gert voor het 15-jarig bestaan van de Schola Davidica voor het koor een heuse kerkopera, ‘Visions of heaven’ waarin aan de hand van de bijbelfiguur Job vragen over de macht van God, het lijden van de mens en de zin daarvan worden gesteld. Het stuk loopt uit op een aanklacht tegen een door mensen bedachte God die rampen zou willen, en sluit af met het visioen uit ‘A Rose of Crystal’, van een nieuwe hemel vol harmonie en schoonheid.
Eigen ervaringen, zoals het overlijden van een dierbare in zijn omgeving, verwerkte hij in andere stukken. Hij schreef in 2001 een uitgebreide anthem ‘The Parable of the Light of God’. Een zinnebeeldig verhaal waarin het dochtertje van Jaïrus, Lazarus en Jezus, anders dan in de bijbelverhalen, niet opstaan uit de dood omdat dat in onze werkelijkheid ook niet gebeurt: wij moeten afscheid nemen van onze geliefden, die sterven zonder op te staan. Gert was meer dan de oprichter en huiscomponist van de Schola Davidica. We herinneren hem als de altijd aanwezige begeleider van koorrepetities en Evensongs. Alleen met hele goede redenen liet hij verstek gaan. Zo kon hij in 2007 niet met het koor mee naar de kathedraal van Ripon in Engeland omdat hij zijn enkel gebroken had. Dat vond hij vreselijk en heeft de frustratie daarover van zich af geschreven in de mis ‘Os fractum’ (gebroken been), die de Schola in Ripon nog heeft uitgevoerd. En we zien hem nog rustig achter de piano een boterhammetje eten of sudoku’s oplossen als hij weer eens moest wachten omdat we een a capella-werk aan het repeteren waren. Hij schreef elke maand een pakkende en vaak humoristische uitnodiging voor de volgende Evensong die op de website en in de pers werden gepubliceerd. Ook kwam hij elke maand met de posters voor de volgende Evensong die de leden de komende maand moesten verspreiden. Dat deed hij zelf ook trouw: elke maand stapte hij op zijn fiets en reed een vast rondje door de stad om overal waar dat kon posters af te leveren of op te hangen met de uitnodiging voor de volgende Choral Evensong. Want de Schola Davidica betekende veel voor hem. Al zijn lievelingsbezigheden kon hij daar kwijt: begeleiden, improviseren, componeren, zingen, samen met anderen bezig zijn met levensvragen maar ook veel plezier maken met goede vrienden.
We zullen Gert enorm missen, maar we weten dat hij zal voortleven in de muziek die de Schola elke maand zal zingen in de Evensongs waar hij mee is begonnen en die hij zo mee heeft vormgegeven.
namens de Schola Davidica
Jaap Boeschoten